maandag 27 december 2010

Is het tij aan het keren??

"Het gaat in de politiek veel over goed rekenen en taal, maar ik denk dat het tijd is de jeugd lessen in emotionele en sociale ontwikkeling te geven" - Jan Latten, demograaf van het CBS en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in een artikel in de Volkskrant (vrijdag 24 december 2010) over het 'kerngezin'.

vrijdag 26 november 2010

Motief achter 'gedrag' van leerlingen soms anders dan we denken...

Leerlingen hebben soms andere motieven voor hun (wan)gedrag in de klas dan docenten denken.Dat is een van de conclusies van een onderzoek van drs. Anneke Meester-van Laar . Meester, werkzaam bij het lectoraat morele vorming, onderzocht wat jongeren beweegt. Leraren stellen zich deze vraag geregeld. Bijv. wanneer zij worden geconfronteerd met onwenselijk of onbegrijpelijk gedrag. Meer weten: lees het artikel over dit onderzoek.

donderdag 25 november 2010

Pestgedrag: gevangen in rollen?

Vandaag werd ik gebeld door een directeur van een basisschool. Zij had een workshop van mij geevolgd over de moeilijke groep en wilde daar graag met haar team mee aan de slag. Ze vertelde mij dat ergens in de middenbouw er een klimaat in de groep ontstaat waarbinnen het sociaal onveilig wordt voor kinderen. Er wordt gepest. Dit pesten gebeurt subtiel. Je hoort er ineens niet mee bij. Je wordt niet meer bij naam genoemd, maar krijgt een pestnaam. Kinderen ondervinden er schade van. Twee kinderen zijn om die reden dit jaar al van school gegaan. En dat terwijl de school (ook bij ouders) bekend staat als een school met een zeer plezierig pedagogisch klimaat. Leerkrachten zijn pedagogisch vaardig, er is afstemming over regels en afspraken, leerlingen worden op dezelfde manier aangesproken, wekelijks worden er seo lessen gegeven, men maakt begruik van Vision leerlingvolgsysteem, er wordt met de leerlingen gepraat (ze vinden het allemaal vervelend). Er is een pestprotocol dat samen met de leerlingen wordt opgezet. Ook wordt er gewerkt met supportgroepen: kinderen die zich niet happy voelen in de groep, verzamelen 6 kinderen om zich heen die dan hun best gaan doen om het voor deze leerling weer plezierig te maken. Dit werkt curatief, maar het lost het probleem niet op want dan duikt er ergens anders weer een andere leerling op die gepest wordt. De directeur is voornemens om er voor te zorgen dat de school een plek is voor kinderen waar ze veilig zijn.

Twee weken geleden was ik op een school waar de leerkracht mij het volgende vertelde over groep 4. Daar zit een meisje in de groep dat geadoreerd wordt door haar klasgenoten. Ze is zeer populair en heeft leidinggevende kwaliteiten. Uit het verhaal kon ik opmaken dat het een charismatisch meisje betreft. De leerkracht vertelde dat de leerlingen er alles aan deden om door haar gezien te worden. Ze nemen kadootjes mee, lekkers etc. Als de leerkracht een vraag stelt dan kijken de kinderen eerst naar haar en hun reactie maken ze afhankelijk van de reactie van het populaire meisje. Fascinerend! Een onbewust proces, waarin leerlingen posities krijgen en innemen, gedrag ontwikkelen met negatieve aspecten. En hoe zorg je er nu binnen de muren van de school voor dat dit proces positief beïnvloed en begeleid gaat worden....
Wordt vervolgd.
http://www.leraar24.nl/video/1555/Studio24%20-%20Pesten

donderdag 18 november 2010

Waarom die pet af?

Wie kent het niet? Een leerling die op een negatieve manier de aandacht op zich vestigt en zich niet laat aanspreken. Eric Berne (grondlegger TA) heeft dit prachtig beschreven in zijn boek Games people play. Zo is er bij het spel ‘Bloed Onder De Nagels’ (BODN) één leerling die de leerkracht behoorlijk op zijn zenuwen werkt. De leerkracht ergert zich aan het gedrag, maar reageert daar in eerste instantie niet op. In tweede instantie ontploft de leerkracht en schreeuwt de leerling toe: “En nou heb ik er genoeg van”. Vanaf de buitenkant krijg je de indruk dat de leerkracht zichzelf niet meer in de hand heeft en niet langer meer de regisseur is van wat de leerling doet en van wat er met hemzelf gebeurt. Dit Spel verloopt zo: de leerling begint licht irritant gedrag te vertonen, ook wel de openingszet genoemd. De leerkracht gaat in eerste instantie niet in op deze uitnodiging en negeert het gedrag. De leerling gaat vervolgens door met het vertonen van irritant gedrag. De docent zegt dan tegen de leerling: “Hou daar eens mee op”. De leerling gaat door en de docent zegt: “Heb je me niet gehoord?” Nog steeds gaat de leerling door. “nog één zo’n opmerking en en dan zwaait er wat”. En jawel, de leerling gaat door en de docent (rood aanlopend) schreeuwt vervolgens : “En nou heb ik er helemaal genoeg van! D’r uit!!”
Dit is een voor de leerling voorspelbare reactie. Deze leerling is namelijk heel goed in het spelen van dit BODNspel en hij weet wat er staat te gebeuren. Waarschijnlijk speelt deze leerling dit spel al zijn leven lang met leerkrachten: hij tart de leerkrachten (al dan niet bewust) met gedrag van uit zijn Vrije Kind. Daar regaeert een leerkracht voorspelbaar op vanuit zijn Strenge Ouder. Het enige dat de leerling nu volgens de regels van het spel moet doen is niet doen wat de leerkracht van hem vraagt. Uiteindelijk krijgt hij dan straf en dat is de negatieve aandacht die deze leerling gewend is, en waar hij goed mee om kan gaan. Dit spel bevestigt voor de leerling dat docenten tegen je zijn, dat ze niet te vertrouwen zijn en er op uit zijn om jou te pakken. Wellicht houdt deze gedachte voor deze leerling het beeld overeind dat hij best slim is, maar dat zijn resultaten tegenvallen omdat ‘ze allemaal de pik op hem hebben’.
Ben je geïnteresseerd in spelpatronen in de klas lees dan het boek van Peter Teitler. Lessen in orde. Najib Amhali laat dit voortreffelijk zien.


woensdag 17 november 2010

Hoezo 'vervelend' gedrag?

Vorige week was ik in de Verenigde Staten (Connecticut) op bezoek bij scholen. We kwamen o.a. bij een centrum (Polaris) waar kinderen met zeer ernstige gedragsstoornissen verbleven. We kregen daar van de directeur een presentatie over het centrum en de wijze van begeleiden van deze kinderen en jongeren. We zaten in een ruimte zonder ramen en hoorden op een gegeven moment flink gebonk op de muren van langslopende mensen. De directeur stond op, liep naar de deur (wij dachten: die leerlingen zullen een stevige reprimande krijgen) en zei: 'Hello, you want to come in? You are welcome! Shall I introduce our guests from the Netherlands?'. De jongeren schuifelden verrast naar binnen, keken even rond en verdwenen weer snel de gang op. We waren verrast door deze effectieve èn positieve manier van reageren. We realiseerden ons ook dat wij vaak 'gevangen' zitten in onze (negatieve) verwachtingen en oordelen. Ook bij het bezoek later op de dag aan de klassen werden wij aangenaam getroffen door de positieve benadering van kinderen, jongeren en collega's. Van deze collega's kunnen wij nog veel leren!

vrijdag 12 november 2010

Het Bizarre Martelspel

Miljoenen Fransen waren een tijd geleden getuige van een tv-reportage van een omstreden experiment, dat met behulp van een fictieve spelshow test hoe ver mensen durven te gaan voor geld. In de documentare, genaamd Le jeu de la Mort, nemen tachtig deelnemers één voor één plaats achter een desk waarmee stroomstoten toegediend kunnen worden aan een tegenstander die in een stoel zit vastgebonden. De kandidaat die de stroomstoten toedient, stelt een vraag en bij een fout antwoord geeft hij of zij de tegenstander een elektrische schok. De schokken beginnen bij 20 volt en lopen op tot een dodelijke 460 volt. De winnaar van het spel gaat naar huis met een miljoen euro.
Het resultaat is dat maar liefst 80% doorgaat met de marteling, zelfs als het slachtoffer om genade smeekt en uiteindelijk niet meer reageert.
Professor sociale psychologie Leon Beauvois, wil met dit experiment laten zien hoe groot de macht van de televisie is. 80% van de mensen gedragen zich als een mogelijke beul. Factoren die hierbij een rol spelen zijn: 1. imago (voor de eerste keer op t.v.), 2. het effect van camera's, belichting, publiek, spel en 3. de invloed van de presentatice (zij is een bekende ster).
Er is geen groep die het individu in toom houdt. Omdat hij alleen is kan hij aan een gezagsdrager (de presentatrice) geen weerstand bieden en is hij uiterst gehoorzaam.

http://www.sbs6.nl/web/show/id=916193/langid=43/media=159671/page=1


Weigeren aan een autoriteit blijkt een moeizaam proces.

donderdag 7 oktober 2010

Meidenvenijn is niet fijn!

Wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat er wereldwijd tussen de vijf en twintig procent van alle kinderen slachtoffer is van pesten. Ongeveer tien tot twintig procent van de kinderen is dader. In Nederland zijn vergelijkbare aantallen gevonden. Dit betekent dat er ongeveer in een gemiddelde klas twee tot vier kinderen zijn die pesten en gepest worden.
Er bestaat een belangrijk verschil tussen de manier waarop jongen en meisjes pesten. Jongens pesten meer op een directe, fysieke manier zoals slaan, schoppen, duwen, uitschelden belachelijk maken. Bij meisjes verloopt het pesten meer via relaties door te roddelen over het slachtoffer, buitensluiten, isoleren, negeren en afwijzen.
http://www.leraar24.nl/video/2324/Omgaan%20met%20meidenvenijn
De gevolgen van pestgedrag zijn groot voor de sociaal emotionele ontwikkeling van zowel daders als slachtoffers. Daders ontwikkelen onaangepast gedrag. Ze zijn niet gewend om te onderhandleen met anderen op een sociale manier. Ze komen vaker in aanraking met jusititie, drinken meer alcohol en plegen vaker zelfmoord.
Slachtoffers hebben veelal gevoelens van eenzaamheid en depressie, hebben een lage zelfwaardering en ontwikkelen een diep wantrouwen richting leeftijdsgenoten. Deze gevoelens kunnen het isolement nog meer versterken en dit kan weer nieuw pestgedrag uitlokken. Slachtoffers hebben vaker last van psychomatische klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid en slaapproblemen.
Er is een lespakket ontwikkeld om het pestgedrag onder meisjes aan te kunnen pakken.
Zie http://www.meidenvenijn.nl/

donderdag 30 september 2010

Agressieve jongens zoeken affectie maar krijgen probleemvrienden

Agressieve jongens willen graag sociale vrienden, die weinig tot geen agressief gedrag vertonen. Maar bij zulke jongens krijgen ze vaak geen aansluiting. Probleemjongens zoeken elkaar dus niet op, zoals veel wordt gedacht, maar raken met elkaar opgescheept. Training in sociale vaardigheden kan ze mogelijk een duwtje in de goede richting geven. Dat blijkt uit onderzoek van socioloog Jelle Sijtsema. Hij promoveert 7 oktober 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

agressiecrop

In de sociale wetenschappen wordt veel gedrag van agressieve jongens verklaard uit de zogenaamde ‘homophilic selection’-theorie. Agressieve jongens zouden actief op zoek zijn naar gelijkgestemde vrienden, om samen rotzooi te trappen. Het onderzoek van Jelle Sijtsema stelt de nodige vraagtekens bij deze theorie. De vriendschapsvoorkeuren van agressieve jongens wijken niet af van jongens die sociaal en/of niet-agressief zijn. Dit blijkt uit een analyse van vriendschapsnetwerken in Nederlandse schoolklassen, gebaseerd op vragenlijsten over het sociale leven van jongeren. Sijtsema haalde zijn gegevens uit de langlopende TRAILS studie onder middelbare scholieren.

Lage hartslag, vaker conflicten
Sijtsema deed ook onderzoek naar de samenhang tussen lichamelijke kenmerken en agressie. Hieruit blijkt dat jongens die in rust een lage hartslag hebben, meer geneigd zijn sensatie te zoeken en daardoor vaker in conflict komen met autoriteiten. Sijtsema: “Een keiharde verklaring voor dit verband is er niet. Wel is het aannemelijk dat deze jongens een sterkere behoefte aan stimulatie hebben. Waarschijnlijk voelen zij zich doorgaans minder op hun gemak, en hebben ze meer prikkels nodig om zich goed te voelen.”

Agressieve meisjes
Bij meisjes werd een verband tussen lage hartslag in rust en agressiviteit niet aangetoond. Verminderde angst of een gebrek aan prikkels uit zich bij meisjes wellicht op een andere manier dan in agressie, suggereert Sijtsema. Wel blijkt dat meisjes die gevoeliger zijn voor stress en niet zo goed in de groep liggen, eerder geneigd zijn tot fysieke agressie.

maandag 20 september 2010

De ADHD Hype



Niet alleen jongetjes, maar ook steeds meer meisjes en volwassenen krijgen te horen dat ze ADHD hebben. De Gezondheidsraad maakte zich er tien jaar geleden al zorgen over en intussen is het aantal diagnoses alleen maar gestegen. Het gebruik van medicatie is de afgelopen vijf jaar zelfs verdubbeld. Ouders die vraagtekens zetten bij het slikken van pillen, voelen zich door de school van hun kind onder druk gezet. ‘Je voelt je op zeker moment gedwongen door school die zegt: als ze die medicatie niet gebruikt, zal ze naar het speciaal onderwijs moeten’, aldus een vader in de ZEMBLA-aflevering ‘De ADHD-hype’, wordt herhaald op dinsdag 21 september om 10.30 uur bij de VARA op Nederland 2.

De farmaceutische industrie voert een krachtige lobby om de stoornis onder de aandacht te brengen. Die lobby is succesvol geweest: de nieuwe, duurdere merkgeneesmiddelen hebben flink terrein veroverd.
De Amerikaanse psychiater dr. A. Frances zegt daarover: ‘Ik denk dat veel mensen vanwege ADHD medicatie krijgen, terwijl ze die helemaal niet nodig hebben. Dat wordt allemaal gepusht door de farmaceutische industrie.
Ik verwacht dat die aantallen zullen dalen, zodra de patenten van die medicijnen af zijn en er minder op te verdienen valt.’
Deze Amerikaanse arts was enige jaren terug voorzitter van de commissie die het internationale diagnosehandboek voor psychiaters herschreef, wat resulteerde in de DSM-IV. De commissie verruimde daarin de criteria voor ADHD. Voor het eerst werd ook een groep met ADD benoemd; kinderen en volwassenen met concentratiestoornissen, zonder hyperactiviteit.
Daarmee kwam een grotere groep in aanmerking voor de stoornis, hetgeen dr. Frances nu betreurt. ‘De diagnosecriteria voor ADHD zijn veel te ruim gesteld. Dat heeft ervoor gezorgd dat het aantal diagnoses is verdubbeld. Daar ben ik verantwoordelijk voor’, zegt hij in ZEMBLA. ‘We hadden berekend dat het aantal diagnoses met vijftien procent zou toenemen, maar ze namen met de helft toe’, aldus Frances.

maandag 5 juli 2010

Gelijkwaardigheid (2)

Gelijkwaardigheid: het equivalent zijn, van gelijke waarde


In teams kan deze waarde leiden tot de nodige discussie. Zo was ik laatst op een school waar discussie ontstond over de volgende regel. Telefoons in de klas mogen niet overgaan. Als dit wel het geval is, moet de telefoon worden ingeleverd. Nu gaat tijdens de les de telefoon van een docente af. Een leerling roept: "Telefoon inleveren juf!" De docente wordt boos op de leerling en zegt dat hij zijn brutale mond moet houden. Sindsdien is er strijd over deze regel. De docente vindt dat deze regel wel voor de leerlingen geldt, maar niet voor haar als docente. Haar collega was het niet met haar eens. Als we op school pretenderen gelijkwaardig te zijn, van gelijke waarde te zijn, klopt bovenstaande dan?

Voor mij past gelijkwaardigheid bij het vierde kwadrant van de pedagogisch dansvloer. De motiverende aanpak: veel sturen en veel steunen. Op scholen die volgens deze aanpak werken wordt veel samengewerkt. De sfeer is prettig en er zijn regels die samen gemaakt zijn en er zijn regels waar niet over te onderhandelen valt. In deze school worden conflicten op een goede manier opgelost. Fouten maken mag en leerlingen die regels overtreden krijgen de kans om hun fout te herstellen.
Tip voor de start van het nieuwe schooljaar: Ga in gesprek met leerlingen over wat voor groep ze willen zijn? Maak gebruik van coöperatieve werkvormen. Hoe willen ze met elkaar omgaan? Wat vinden ze prettig en wat niet? Welke afspraken horen daar bij? En wat als je je niet aan die afspraak houdt? Wat bijvoorbeeld te denken van het bakken van een appeltaart voor de hele groep als je je niet aan de afspraak van op tijd komen houdt!

Tip van een collega: gebruik deze pedagogische waarde als leidraad voor je handelen:
Wat je van anderen vraagt, moet je zelf voorleven.

Een fijne zomer!

dinsdag 15 juni 2010

Gelijkwaardigheid (1)

“Ik heb voor iedereen respect, behalve voor de leraar, want die heeft geen respect voor mij” aldus een 10 jarige leerling in een interview met Inez Groen (Einstein Generatie) in de Volkskrant van 3 juni 2010. In dit interview geven jongeren aan dat ze vooral de behoefte hebben om serieus genomen te worden als leerling en als mens. Het gaat om dingen als gekend worden, gezien worden, en belangstelling voor wat hij of zij buiten schooltijd doet. Ook geven jongeren aan dat ze meer regels willen, maar dat ze daar wel graag over mee willen denken en praten. Leerlingen verwachten leiding en structuur van een leerkracht. Iemand die naast ze staat en niet iemand die boven hen staat. Hoe dit Samen met de leerlingen vormgeven? Hoe de goede balans vinden tussen sturen aan de ene kant en steunen aan de andere kant. Een mooi hulpmiddel vind ik de Pedagogische Dansvloer. Een model dat onderdeel is van Herstelgericht werken in het onderwijs en zichtbaar maakt hoe je met elkaar in een dramadriehoek (rode school) of in een winnaarsdriehoek (groene school) kunt werken en leven. En wie wil er nu geen winnaar zijn? http://www.kpcgroep.nl/Trainingen/VO-Pedagogisch-klimaat.aspx

donderdag 10 juni 2010

Aandacht
In de happinez las ik de column van Paulho Coelho. Het betreft een sociologisch experiment. De hypothese was dat wanneer mensen iets subliems meemaken, ze daar geen enkele aandacht aan besteden als hun prioriteiten op dat moment elders liggen. Ze zijn bijvoorbeeld op weg naar hun werk, in gedachten verzonken, of hebben een mening over 'muzikanten' in de metro.
Zo speelt Joshuna Bell 6 ingewikkelde stukken van Bach in een metrostation in Washington. Hij speelt op een stradivarius met een waarde van 3,5 miljoen. Er wordt nauwelijks aandacht aan zijn spel geschonken. Er is één persoon die hem herkent.
In de column lees ik...als we geen tijd hebben om te stoppen en naar een van de beste violisten ter wereld te luisteren, hoeveel andere prachtige dingen zullen we dan wel niet mislopen in dit leven....

zondag 6 juni 2010

Expertleerkrachten in de omgang met probleemgedrag

Promotieonderzoek van R. Reumerman:

Waarom zouden we niet leren van experts die hun vaardigheid ontwikkeld hebben in de praktijk? René Reumerman onderzocht hoe expertleerkrachten omgaan met probleemgedrag. Hij inventariseerde hoe praktijkwerkers en interne begeleiders zelf de experts definiëren en hoe experts gedragsproblemen definiëren. Experts schorten hun oordeel over leerlingen met gedragsproblemen op, zijn richting gevend in het directe contact en schromen niet om collega's ouders en deskundigen te mobiliseren. Deze activiteiten worden voordurend geëvalueerd. Leerkrachten zelf definiëren gedragsproblemen in relatie tot de prestatieverbetering van de hele klas. Hoe sterker het gedrag van een individuele leerling dit doel doorkruist en de inspanning van de leerkracht ter corrigering groter is, des te eerder zal een leerling gedragsproblematisch genoemd worden. Bij observatie van experts in de klas bleek, onverwacht, dat deze zich niet zozeer fijnmazig afstemden op de behoeften van de specifieke leerlingen maar eerder een algemeen positieve en veilige leeromgeving bewerkstelligen.
Zie ook:
http://www.uva.nl/onderzoek/actuelepromoties.cfm/23B46796-C88F-456B-84986DC2E0CD548A

donderdag 3 juni 2010

Een positieve leeromgeving

Vorige week was ik in Brabant op een school in het kader van de begeleiding van een lastige groep 4. Dit traject zit in de afrondingsfase en de leerkrachten en leerlingen zijn weer een stuk ‘blijer’ met elkaar dan een paar maanden geleden. Leerkrachten zijn in staat geweest de sfeer in de klas van ongezellig, soms zelfs grimmig, te keren naar prettig, stil en gezellig. De leerlingen geven dan ook volmondig terug dat zij het vooral zo fijn vinden dat het rustiger is in de groep en dat de juf/meneer nu minder vaak boos is. Dat verbaasde mij niks. We weten natuurlijk al lang dat een positieve leeromgeving de basis is van een goed en veilig leer- en leefklimaat en dat relaties die gekenmerkt worden door warmte, open communicatie en weinig conflicten een positieve invloed hebben op de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van leerlingen. Internationaal is er inmiddels een groeiend aantal studies dat het belang van leraar-leerlingrelaties laat zien (zie ook: http://home.medewerker.uva.nl/j.l.spilt/page1.html Ik ben dan ook benieuwd naar de oratie van de heer R. Reumerman, die op 9 juni promoveert op het onderwerp: expertleerkrachten in de omgang met probleemgedrag. In de aankondiging wordt aangegeven dat bij observatie van experts in de klas, zij zich niet zozeer fijnmazig afstemmen op de behoeften van de specifieke leerlingen maar eerder een algemeen positieve en veilige leeromgeving bewerkstelligen
https://www.surfgroepen.nl/sites/pow-alumni/Lists/Calendar/DispForm.aspx?ID=406

vrijdag 28 mei 2010

Over de Streep

Door een directeur getipt over uitzending Over de Streep. Uitgezonden op woensdagavond 26 mei 2010. Zie ook http://www.omroep.nl/artikelen/durf-jij-over-de-streep-te-gaan. Documentairemaakster Villerius, bekend van documentaire 'Vel over Probleem', filmt een Challenge Day op het IJburg College in Amsterdam. Challenge Day laat leerlingen ervaren hoe ze op een positieve manier contact kunnen hebben over dingen die er toe doen. Jongeren worden over een streep getrokken door middel van simpele vragen en voorbeelden.
Ja het is Amerikaans en ja ik heb er niet met droge ogen naar kunnen kijken. Ik was diep geraakt door de verhalen en het leed dat vele jongeren met zich meedragen waar meestal maar heel weinig mensen/medeleerlingen iets van weten. Het sterkt mij om nog meer te benaderukken hoe belangrijk het is om aandacht te besteden aan groepsvorming waarin positieve verbindingen mogelijk worden!

woensdag 26 mei 2010

Over groepsdruk

Docenten in HAVO 3 klagen over leerlingen die hun huiswerk niet maken. "Het lijkt wel of deze groep met elkaar heeft afgesproken om vooral zoveel mogelijk onvoldoendes te halen". Dit deed mij denken aan het Asch Experiment. Salomon Asch deed in 1951 een experiment met studenten waarin zij gevraagd werden om uit vier lijnen de langste lijn aan te wijzen. De andere (van te voren ingelichte) deelnemers kozen bewust de verkeerde lijn. Het effect op de proefpersoon was dat hij tegen zijn gevoel in koos voor de verkeerde lijn (zie filmpje).



Dit voorbeeld laat zien dat de groep zijn eigen regels en afspraken kent. Een leerling kan zijn vinger niet opsteken omdat hij het antwoord niet weet, maar het kan ook zo zijn dat de groep dit 'verbiedt' om te doen. Erbij horen, soms ook raar gedrag of criminele dingen, is veelal belangrijker dan buiten de groep vallen.
Waar geef je vooral aandacht aan? Aan dat wat goed gaat of aan dat wat niet goed gaat? Alles wat aandacht krijgt groeit. Zorg dat je je aandacht richt op gedrag dat je wenselijke acht. Benoem, complimenteer en vergroot het positieve als verbindend element.